De Nationaal Socialistische Beweging werd op 14 december 1931 opgericht, twee dagen voor de oprichting van de Nationaal Socialistische Nederlandse Arbeiders Partij van Bertus Smit en Ridder van Rappard. Daarmee was de NSB de eerste Nationaal-Socialistische partij in Nederland. Mede-oprichter van de NSB was Cornelis van Geelkerken, die al betrokken was geweest bij het Verbond van Actualisten, de Nederlandse Oranje Nationalisten en De Bezem, bewegingen die op niets uitliepen.

Net als andere fascistische partijen was de NSB anti-democratisch en autoritair. Mussert nam de tijd om de beweging te organiseren. Na de presentatie van het weekblad Volk en Vaderland en een geslaagde landdag in 1933 begon de beweging snel te groeien. De economische crisis en de machtsovername van Hitler in Duitsland gaven de beweging rugwind. Bovendien had Mussert als ingenieur van Rijkswaterstaat een degelijk imago. Bij de provinciale statenverkiezingen van 1935 behaalde de beweging 8% van de stemmen, een ongekend electoraal debuut. Hoewel Mussert aanvankelijk een ‘beschaafd’ nationaal-socialisme voorstond en veelal om pragmatische redenen geen openlijk antisemitisme voorstond, radicaliseerde de beweging steeds meer. Vanaf 1935 namen Mussert en de NSB steeds openlijker een antisemitisch standpunt in. De beweging kantte zich fel tegen de opvang van Joodse vluchtelingen uit Duitsland. NSB-er Meinoud Rost van Tonningen werd in 1939, als enige Tweede Kamerlid ooit, na provocaties vanwege een vechtpartij uit de Tweede Kamer verwijderd. Na de Duitse inval verklaarde Mussert zich vrijwel onmiddellijk loyaal aan de Duitsers. In de loop van 1940 en 1941 werden alle fascistische en nationaal-socialistische concurrenten gedwongen over te gaan in de NSB, of ze werden opgeheven. De NSB bleef als enige over en in 1942 werd Mussert door de Duitsers erkend als leider van het Nederlandse volk, maar in feite was Mussert een marionet van de Duitsers en moest de Duitse bevelen op blijven volgen. De NSB fungeerde zo als een gewillig ‘uitzendbureau voor de Duitsers’. Ondanks alles bleef Mussert de Duitsers tot het einde toe trouw. Zelfs na zijn arrestatie in 1945 bleef Mussert overtuigd van het Nationaal-Socialisme en hij meende dat er ooit een standbeeld voor hem zou worden opgericht. Mussert werd in 1946 geëxecuteerd. Van Geelkerken kreeg levenslang maar kwam al weer in 1959 vrij.

gerelateerd: https://allentegenallen.nl/2020/04/15/de-bezem/